Digitale revolutie thuiszorg vraagt regelgeving
Onze algemeen directeur Ann Demeulemeester schreef een opiniestuk op de website van de krant De Tijd, waarin zij pleit voor voldoende regelgeving rond de digitalisering in de thuiszorg. Hieronder kan je de integrale tekst nalezen.
Van alle vormen van zorg is thuiszorg de minst dure en de meest flexibele. Digitale hulpmiddelen kunnen die troeven nog versterken, maar dat vergt een aangepaste regelgeving.
Toegegeven, tot voor kort hoorden we de woorden weerstand en digitalisering nog vaak in één zin. Want, zo vonden veel medewerkers en hun klanten, wij hadden in de thuiszorg toch geen extra administratie of techniek nodig voor een job waarbij vooral handen, oren en ogen het belangrijkste zijn. En moesten we niet beducht zijn voor de dag waarop digitale assistentie de overhand zou nemen op menselijke warmte, zo eigen aan de thuiszorg?
Vandaag heeft die weerstand plaatsgemaakt voor een stevige vraag naar opleiding en ondersteuning. Wat we met kunst- en vliegwerk deden om tijdens de lockdown voor onze meest zorgbehoevende klanten te blijven zorgen, wil iedereen blijven doen. Dat kan voorlopig niet, want de regelgeving ontbreekt.
Corona rasa
Het coronavirus heeft heel wat op losse schroeven gezet. Die tabula rasa biedt ook nieuwe kansen. Welke, vroegen we onze opiniemakers.
Bij Familiehulp voerden we tijdens de lockdown het grootste deel van 5.000 opstartgesprekken voor dringende zorgvragen vanop afstand, met videobellen bijvoorbeeld. Als we ook in de toekomst kunnen videobellen, kunnen we onze klanten vaker horen dan vandaag. Niet om de huisbezoeken te vervangen, wel als extra ondersteuning op elk moment van de dag. In de strijd tegen eenzaamheid en bij het herstellen van een depressie kan dat een grote sprong voorwaarts zijn.
Voor ons betekent zorg organiseren een puzzel leggen met 12.000 collega’s en 110.000 woningen waar we zorg en hulp verlenen.
De vraag naar zorg ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend zal alleen maar toenemen. Zulke flexibele zorg is vandaag al bij een op de tien klanten nodig. Voor ons betekent zorg organiseren een puzzel leggen met 12.000 collega’s en 110.000 woningen waar we zorg en hulp verlenen. Je kan het gerust vergelijken met de organisatie van een luchthaven of een pakjesdienst: de juiste persoon op de juiste plaats op het juiste moment. Voor corona beslisten we onze collega’s die elke dag op de baan zijn en bij mensen thuis over de vloer komen een smartphone te geven. Intussen is het haast ondenkbaar dat tegen die beslissing veel weerstand was. Vandaag vindt iedereen onze planningstool en de smartphones vanzelfsprekend en noodzakelijk.
Tijdens de lockdown ontstonden WhatsApp-groepjes en Team-sites over de dagelijkse situatie van klanten en zorgteams, ook buiten Familiehulp. Vaak zijn we niet de enigen die bij mensen over de vloer komen. Heel spontaan ontstond continu overleg – ‘net langs geweest, alles oké’. Maar hoe fijn de berichtjes ook zijn, met digitale hulpmiddelen kunnen we de eerstelijnszorg nog beter op elkaar afstemmen.
Vertrouwensfunctie
Want arts, kinesitherapeut, thuisverpleging, gezinshulp of verzorgende, we doen allemaal niet strikt onze eigen taken en we hebben ook een vertrouwensfunctie. We kunnen de mensen medisch en psycho-sociaal nog veel beter opvolgen als we het digitale pad inslaan. Parameters zoals bloeddruk, temperatuur, hartslag en gewoon ‘hoe het gaat’ zouden we kunnen uploaden. Nog een stapje verder: algoritmen kunnen in die gegevens patronen herkennen en zo sneller de omkadering en de zorgvraag voorspellen en aanpassen. En natuurlijk, we kunnen met digitale ondersteuning de bezoekjes van zorg- en hulpverleners beter spreiden. Gedaan met drukke dagen in een voor de rest eenzame week voor onze klanten.
Net als voor telewerken vond ook in de thuiszorg onverwacht en noodgedwongen het meest grootschalige experiment ooit plaats en werd de bestaande weerstand de wacht aangezegd. Het kamp believers en het draagvlak groeiden zienderogen. Het moment is gekomen om werk te maken van een aangepaste regelgeving. Goede ervaringen mogen niet tijdelijk blijven, maar moeten uitgebouwd worden.
Efficiënter organiseren is nodig. Geen enkel Europees land, ook België niet, heeft een overschot aan zorghanden.
Efficiënter organiseren is nodig. Geen enkel Europees land, ook België niet, heeft een overschot aan zorghanden. We hebben meer vacatures dan kandidaten. En ook de financiële middelen zijn beperkt. Die krapte aan mensen en geld moet ons doen nadenken over hoe we onze mensen en middelen op de beste manier inzetten. Hoe ze de grootste meerwaarde kunnen bieden.
Thuiszorg is de minst dure en de meest flexibele zorgvorm. Digitale hulpmiddelen kunnen die troeven nog versterken. Als mensen door extra monitoring en betere eerstelijnssamenwerking langer thuis kunnen wonen, komen middelen vrij om elders in te zetten. En als taken makkelijker of beter digitaal ondersteund zijn, komen ook nog handen, ogen en oren vrij.
Daarom moet heel de eerstelijnszorg samen met alle betrokken beleidsmakers snel om de tafel zitten. Zo kunnen we de realiteit en de regelgeving weer laten samen sporen. We moeten de digitale gegevensuitwisseling tussen alle eerstelijnszorgverleners goed organiseren, bijvoorbeeld via een platform. En ook de prestatievergoedingen hebben een update nodig, zodat ze naast fysieke zorg, ook zorg op afstand waarderen.
Ann Demeulemeester, Algemeen directeur Familiehulp