Familiehulp neemt deel aan project 'In de Zorg – Uit de Zorgen'

Familiehulp neemt deel aan project 'In de Zorg – Uit de Zorgen'

De verschillende partners van het project IDZ-UDZ

Samen met 8 zorgorganisaties en vluchtelingenorganisaties uit België, Nederland en Duitsland lanceert Familiehulp het project ‘In de Zorg – Uit de Zorgen’. Via dit project krijgen 500 vluchtelingen de komende maanden een intensief opleidingstraject om in de zorg aan de slag te gaan. Op die manier wil ‘In de zorg – Uit de zorgen’ ook bijdragen aan de integratie van vluchtelingen en aan hun beeldvorming in onze maatschappij. Voor Familiehulp zijn projectleider Esther Verspreet en provinciaal directeur Dirk Van Laethem betrokken.

Wat houdt het project ‘In de Zorg – Uit de Zorgen’ feitelijk in?

Dirk Van Laethem: Het project vertrekt vanuit twee maatschappelijke uitdagingen: de instroom van vluchtelingen en het tekort aan potentiële werknemers in de zorgsector. We willen die beide factoren aan elkaar koppelen. Onder de vele vluchtelingen bevinden zich hoogstwaarschijnlijk mensen met een zorgopleiding of met ervaring in de zorgsector. Of mensen met interesse voor een job in de zorg. ‘In de Zorg – Uit de Zorgen’ wil deze mensen actief ondersteunen op de arbeidsmarkt en hen helpen om een job te vinden in de zorgsector. Want nu vinden beide partijen elkaar nog veel te weinig.

Het project werkt letterlijk grensoverschrijdend.

Esther Verspreet: Het project focust zich op de Euregio Maas-Rijn. Dat is een samenwerkingsverband tussen de regio Aken, de provincie Luik, de Duitstalige Gemeenschap, de provincie Limburg en de Nederlandse regio Zuid- en Midden-Limburg. Geografisch omvat het dus delen van drie landen: België, Nederland en Duitsland. De Euregio Maas-Rijn is één van de dichtstbevolkte regio’s ter wereld. Er leven 3,9 miljoen mensen op een beperkte oppervlakte. De uitdagingen op het vlak van vergrijzing en zorg worden er in de nabije toekomst erg groot.

Dirk Van Laethem: Via dit grensoverschrijdend model kunnen we de ervaring en kennis meenemen van onze partners die in een andere omgeving en cultuur werken. Zo leren we niet alleen de hindernissen in de trajecten beter kennen, maar kunnen we nog meer oplossingsgericht denken. 

Hoe zal dit project in de praktijk verlopen?

Esther Verspreet: In een eerste fase wordt bij partners en stakeholders bekeken of er reeds gelijkaardige trajecten bestaan rond de tewerkstelling van vluchtelingen in de zorgsector. Daarbij wordt ook de perceptie naar vluchtelingen in kaart gebracht. Deze trajecten worden geëvalueerd, met aandacht voor de aanwezigheid van taaltrainingen, vaardigheidstrainingen, trainingen voor mentoren en stagebegeleiders, ervaringsmodellen, communicatie, buddywerking met vrijwilligers, motivatie en relatieopbouw.

Vervolgens worden diverse tools en methoden ontwikkeld, waaronder een lespakket ‘Taal in de zorg’ waarin er speciale aandacht is voor specifieke zorgtermen en dialoog, een ‘Ervaringstraining’ en een workshop ‘Een goed werknemer zijn’. Om de motivatie en kwalificaties van de betrokken kandidaten te meten wordt een assessmentmodel ontwikkeld en zal uiteindelijk een traject worden opgezet om de kandidaat-werknemer in verzorgingstehuizen, de jeugdzorg, gehandicaptenzorg, de thuiszorg te introduceren.

Al deze methodes worden getest bij de partner-zorgorganisaties. Na afloop worden de resultaten geëvalueerd en – indien nodig – de methodes bijgesteld. Dit gebeurt in overleg met alle stakeholders. De resultaten worden gecommuniceerd op de website www.idz-udz.eu en via Masterclasses.

Meer informatie over het project 'In de zorg - Uit de zorgen' vind je op de website www.idz-udz.eu

Op TV Limburg verscheen ook een reportage over dit project ( https://www.tvl.be/nieuws/provincie-wil-500-erkende-vluchtelingen-aan-job-in-de-zorg-helpen-55034)

Het project 'In de Zorg - Uit de Zorgen' wordt gefinancierd door het Interreg-programma Euregio Maas-Rijn, een Europese subsidieregeling die de samenwerking tussen de regio Aken, de Nederlandse regio Zuid- en Midden-Limburg, de Belgische provincies Luik en Limburg en de Duitstalige Gemeenschap stimuleert. Daarnaast financieren ook de provincies Belgisch Limburg en Nederlands Limburg, de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en het ‘Human Capital Agenda Zorg’ van Nederlands Zuid- en Midden Limburg een deel van het project.